-
1 permission
n. vergunning; volmacht; toestemming; (in computers) het verlenen van vergunning, de gebruiker toegang verlenen tot bepaalde hulpbronnen[ pəmisjn]1 toestemming ⇒ permissie, vergunning, goedkeuring♦voorbeelden:with your permission • met uw permissie/verlof -
2 permit
n. rijbewijs, bewijs; permissie, vergunning--------v. mogelijk maken; toestaan; tolererenpermit1[ pə:mit] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 (schriftelijke) vergunning ⇒ toestemming, machtiging————————permit2[ pəmit] 〈werkwoord; permitted〉1 toestaan ⇒ toelaten, veroorloven♦voorbeelden:weather permitting • als het weer het toelaatcircumstances do not permit of any delay • de omstandigheden laten geen uitstel toe -
3 written permission
-
4 certificat
certificat [sertiefiekaa]〈m.〉1 getuigschrift ⇒ bewijs, schriftelijke verklaring, diploma♦voorbeelden:1 certificat d'aptitude professionnelle • einddiploma technische school, vakdiplomacertificat d'aptitude au professorat de l'enseignement secondaire • eerstegraadsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs; 〈 België〉 aggregatie van het hoger secundair onderwijscertificat d'aptitude pédagogique • diploma van pedagogische vormingcertificat d'arrêt de travail • arbeidsongeschiktheidsverklaringcertificat de complaisance • vals attestcertificat de dépôt • bewijs van afgiftecertificat d'études primaires • bewijs van met goed gevolg doorlopen lager onderwijscertificat d'indigence • bewijs van onvermogencertificat de milice • dienstplichtverklaringcertificat de résidence • vestigingsbewijs, -vergunningcertificat de travail • werkverklaring, -vergunningcertificat de bonne vie et moeurs • bewijs van goed (zedelijk) gedrag; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 bewijs van goed zedelijk gedragcertificat authentique • certificaat van echtheidcertificat médical • geneeskundige verklaring, doktersattestmgetuigschrift, certificaat
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский